Zondag 15 mei 2022 zijn in Rome 10 mensen heilig verklaard, waarvan twee mij bekend zijn: Charles de Foucauld en Titus Brandsma. Een heilige heeft, in de tijd waarin hij leefde, een bijzondere betekenis voor de kerk gehad. Titus Brandsma is als martelaar in Dachau gestorven en Charles de Foucauld stierf een gewelddadige dood. Op voorspraak van beiden is een wonder geschied.
Met de heilige Titus Brandsma heb ik kennis gemaakt toen ik op het seminarie zat. We moesten voor het vak ‘inleiding filosofie’ zijn boekje ‘Godsbegrip’ lezen. Het centrale onderwerp in dit boekje is het beeld van God. Titus Brandsma stelt zich de vraag hoe het komt dat grote getale mensen zich afkeren van God.
De voortuitgang op allerlei gebied heeft de ontering van God tot gevolg en dat is schokkend. Het boekje is geen verdediging van het geloof, maar doet de Waarheid stralen. Het is een relatief klein boekje dat ook op internet te vinden is. De cijfers laten zien dat de geloofsafval in Nederland zijn dieptepunt nog niet bereikt heeft.
De heilige Charles de Foucauld kwam ik op het spoor door het boek van René Voilaume ‘Om het hart van de massa’. Het is het eerste deel in de reeks ‘In het spoor van Charles de Foucauld’. Het leven van de heilige Charles de Foucauld is een getuigenis van een man die oprecht naar God zoekt. Na zijn eerste Communie en Vormsel verwijdert Charles zich van het geloof. Door een vreemd gebed “”Mijn God, indien U bestaat, maak dat ik U leer kennen!”” hervindt hij het geloof. Een van de vernieuwende punten in zijn spiritualiteit is de woestijndag. Het is een dag voor God waar je voor de ‘wereld’ niet bereikbaar bent, terwijl je toch midden in de wereld staat.
In de tijd dat ik in de monastieke gemeenschappen van Jeruzalem verbleef, hielden wij op maandag onze woestijndag. Het klooster was ‘gesloten’, dat wil zeggen dat er geen publieke vieringen waren. Gewoonlijk bleven we in het klooster en baden we het kloostergebed voor onszelf. Dat kon in je kloostercel zijn of ergens buiten op een rustige plek Ik gebruikte de dag om een lange wandeling te maken. Het enige dat we samen deden was het vieren van de eucharistie en de maaltijd. Ongeveer een keer per maand bezochten we met de broeders een ander klooster om even los te zijn van het drukke stadsleven. Op het ritme van dat klooster, mochten we meebidden. Je kon er ook voor kiezen om voor jezelf te bidden. Sinds ik weer terug ben in de parochie pak ik dit ritme weer op: een dag niet bereikbaar, om alleen maar voor God bereikbaar te zijn. Het is wat iedere mens nodig heeft, zeker als je in een drukke stad leeft, in een maatschappij waar je 24 uur per dag 7 dagen in de week bereikbaar moet zijn.
kapelaan Juan van Eijk