Vergeven
In een tijd waar geweld ons stevig bezig houdt, er wordt zelfs gemoord om standpunten duidelijk te maken, lijkt het bijna onmogelijk om over vergeving te praten. Toch lees je meer en meer over vergeving. Is dat een opleving van christelijke waarden? Eerlijk gezegd denk ik dat niet.
Het besef dat niet vergeven meestal een verharding van jezelf veroorzaakt, ligt veel meer hieraan ten grondslag. Niet vergeven, misschien beter gezegd niet kúnnen vergeven, maakt dat je bijna alleen nog maar met pijn en teleurstelling naar je eigen leven kunt kijken. Het verziekt en vergiftigt je geest.
Moet je dan zomaar over alles heen stappen? Nee, zeker niet.
Vergeven is het overstijgen van je boosheid en je pijn, las ik ooit ergens. Maar om verder te kunnen, moet aan beiden recht gedaan zijn. Boosheid en pijn. Ze horen onverbrekelijk bij elkaar. Boosheid ontstaat uit pijn. Meestal uit pijn of frustratie die niet geuit kan worden, of pijn die niet onderkent wordt.
Wat dat betreft gaf en geeft de biecht aandacht en tijd om jezelf te onderzoeken en gehoord te worden. Dat vraagt wel een biechtvader met enig psychologisch inzicht. Maar de kern van de biecht blijft dat jij je gezien, gehoord en geliefd voelt bij God. Misschien voor je gevoel wel als enige, maar die Enige is er wél.
Een eyeopener voor mij was Désanne van Brederode. Ze schreef ergens: Jezus zegt aan het kruis niet: Ik vergeef jullie, maar hij vraagt: ‘Vader vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen’. Als christenen moeten we God het laatste woord geven en afleren om zelf het eindoordeel uit te spreken.
Misschien is dit wel voor iedereen bedoeld. Afleren om zelf het eindoordeel uit te spreken. Daar hebben wij een rechtssysteem voor. En eerlijk is eerlijk, zelfs dat kan falen. Maar niets, geen enkele straf kan een mensenleven terugbrengen. Geen enkele straf voor een dader (m/v) kan jouw pijn ledigen. Aan het overstijgen daarvan moet je zelf werken. Misschien is dat wel de zwaarste opdracht van ons leven.
Bettineke van der Werf, werkgroep pastoraat, Agneskerk Lindenholt
(Eerder verschenen in ‘Lindenholt leeft’)
Coverphoto by Photo by Giulia Bertelli on Unsplash.
Lees ook
Geloofsgesprek en Kloostergasten
Het was niet alleen een fantastische sportzomer bij NPO. Ook twee van onze “sterspelers” schitterden op de nationale TV. Op 4 augustus was Mark Buck, vicevoorzitter van het bestuur van de parochie Heilige Stefanus, te gast bij het Geloofsgesprek en op zaterdag 17 augustus waren zuster Nadia Kroon, missionair pastoraal medewerkster in de Effata Dominicuskerk, en haar medezusters te zien in de derde aflevering van Kloostergasten.
Liefde als leidraad
Mark Buck, die als voorzitter van de koepelorganisaties Verus en VKMO terecht werd gepresenteerd als “katholieke spin in het web”, liet zichzelf zien als bestuurder én mens. Mark gaf een mooie inkijk in zijn persoonlijke geloofsweg door het moment te beschrijven dat hij, onverwacht en onbedoeld, de Molenstraatkerk in het centrum van Nijmegen binnenliep en daar diep geraakt werd door de schoonheid van de Heilige Mis.
Katholiek zijn is voor hem geen carrière. Wel heeft hij gezocht naar manieren waarop hij zijn persoonlijke waardensysteem en zijn politieke vaardigheden kan integreren. Het CDA, Verus, het VKMO en het parochiebestuur zijn omgevingen waarin hij beide kanten van zichzelf ten volle kan inzetten.
Bijzonder in het Geloofsgesprek is de nadruk die hij legt op liefde als grondhouding. Liefde is voor hem geen groot ideaal, maar een concrete leidraad om dagelijks handelen vorm te geven en maatstaf om organisatorische beslissingen aan te toetsen. Zonder liefde lopen we het risico dat we regels boven mensen plaatsen, ook binnen de Kerk. Naast het pleidooi voor meer liefde in de samenleving doet Mark Buck een oproep om minder vanuit angst te leven. “Wees niet bang” is zijn boodschap: verbreed je wereld door haar met openheid tegemoet te treden.
De moed om te ontmoeten
Die sfeer en boodschap tekent ook de aflevering van Kloostergasten met de zusters Dominicanessen te Nijmegen. Zuster Nadia Kroon en haar medezusters Catharina Al en Marga Zwiggelaar mochten schrijfster Lale Gül verwelkomen in hun klooster om een weekend met hen mee te leven. Lale Gül is niet de minste, en op het eerste gezicht wellicht ook niet de makkelijkste, gast. Zij verwierf grote bekendheid met haar autobiografische boeken “Ik ga leven” en “Ik ben vrij”, waarin ze afstand neemt van haar streng religieuze (Islamitische) opvoeding.
Gelukkig is Lale Gül een van nature nieuwsgierig, ondernemend en moedig mens. Wanneer die gesteldheid tijdens het bezoek de openheid, nuchterheid en diversiteit van de zusters Dominicanessen ontmoet, ontstaan er verbindingen van mens tot mens. De aflevering is een getuigenis van hoop voor onze multiculturele samenleving, waarin diversiteit tussen én binnen groepen leidt tot een verbreding van onze horizon en verruiming van ons hart.
Lale merkte op dat de zusters “eigenlijk heel gewoon” zijn en mocht bovendien zien hoezeer ze ook verschillen van elkaar. Met zuster Marga ging ze wandelen langs de Waal en mijmeren over hoe God te ontdekken is in de schepping, met zuster Nadia ging ze naar de sportschool om te ontdekken dat ook religieuzen soms een fysieke uitlaatklep nodig hebben, en met zuster Catharina bezocht ze voor het eerst in haar leven een Eucharistieviering.
Gezamenlijk baden ze de getijden in de kloosterkapel. Wat opviel was dat vooral de stilte Lale Gül zwaar viel. In de stilte ontmoet je jezelf; hoor je ineens alles wat er in je hart en hoofd roert. In de stilte kun je ook God ontmoeten; een gegeven dat spanningen, angst of weerstand kan oproepen. Hoe mooi dan ook dat Lale zich er, waarschijnlijk mede geholpen door de houding van gastvriendschap die van de zusters uitgaat, toch aan kon overgeven. Alle lof en respect voor haar!
Beide tv-afleveringen ademden een sfeer van openheid naar en liefde voor de medemens, als afspiegeling van Gods liefde voor ons. Ze gaven de hoop dat we niet hoeven te leven in een gepolariseerde samenleving, maar dat we echt in verbinding mogen treden met anderen. Naast alle prachtige Olympische medailles en emotionele sportmomenten op televisie, waren ook deze uitzendingen “goud”.
Geschreven door: Hiske Gude
Foto KRO-NCRV genomen van website https://www.gemistvoornmt.nl/aflevering/2185311-geloofsgesprek-mark-buck
In gesprek met jubilerende Astrid Broeders
Op 18 augustus wordt in onze parochie een bijzonder jubileum gevierd: Astrid Broeders wijdde zich 25 jaar geleden toe aan God binnen de Gemeenschap Emmanuel. Een mooie gelegenheid om met Astrid in gesprek te gaan en meer te leren over het leven als toegewijde zuster binnen deze katholieke vereniging van gelovigen, waarvan veel leden in de regio Nijmegen actief betrokken zijn bij de Maria Geboortekerk. Wij feliciteren Astrid en de Gemeenschap Emmanuel van harte.
Astrid, voor de mensen die jou niet kennen: wie ben je en wat doe je in het dagelijks leven?
"Ik ben 59 jaar en werk als verpleegkundige in een hospice en als wondverpleegkundige bij verslaafden, daklozen en psychiatrisch zieken. Mijn hobby’s zijn: zingen, gitaar spelen, muziek schrijven, lezen, in de natuur zijn.
De beide koren in de Maria Geboortekerk zijn ‘mijn hobby’ in de Kerk en ik vind het vooral fantastisch om met het kinderkoor bezig te zijn, om talentjes te ontwikkelen en de kinderen door muziek en catechese dichter bij Onze Lieve Heer te brengen."
Wat betekent het om een toegewijde zuster in de gemeenschap Emmanuel te zijn en wat betekent het voor jou?
"De Gemeenschap Emmanuel is een van de nieuwe gemeenschappen die in de jaren ‘50- ‘60 zijn ontstaan. Het mooie van deze gemeenschap vind ik dat alle levensstaten erin vertegenwoordigd zijn. Er zijn dus echtparen, gezinnen, alleenstaanden, priesters en toegewijde mannen en vrouwen. Het is bovendien een gemeenschap van jong tot oud.
Het is heel waardevol en verrijkend om, samen met alle levensstaten, je leven te ‘delen’. Je wordt als het ware broers en zussen van elkaar… één familie.
Samen met die verschillende levensstaten leven en delen we onze ‘missie’ in de Kerk en in de maatschappij."
Waarom heb je gekozen voor deze roeping?
"Nou, eigenlijk kies je niet voor een roeping, een roeping ontvang je 😊.
Ik ben opgegroeid in een katholiek gezin en op zondag gingen wij naar de kerk. Thuis baden wij voor en na het eten en voor het slapen gaan. Toen ik een jaar of 17 was besefte ik dat ik a.h.w. niet kon voortborduren op het geloof van mijn ouders, maar dat ik zelf een keuze moest maken.
Stilletjes ben ik toen het geloof gaan onderzoeken en na 2 jaar drong het tot mij door dat ik inderdaad ‘geloofde’. Dat was een redelijke shock want ik besefte; als ik geloofde dat Jezus leeft dan moest ik Hem ‘kunnen leren kennen’. Vanaf dat moment begon ik iedere dag tijd uit te trekken om in stilte te bidden en na verloop van tijd ontstond er ook een gebed van toewijding wat ik iedere dag bad.
Hoe ik mijn roeping heb ontvangen kan ik niet in een paar zinnen beschrijven, maar het kwam a.h.w. met speldenprikjes naar boven dat God mij riep tot een ‘religieus leven’. Dat zag ik in eerste instantie niet zitten want ik verlangde naar het huwelijk.
Uiteindelijk was het voor mij heel helder dat dít mijn roeping was en heeft Onze Lieve Heer op woensdagmiddag 28 augustus 1985 mij a.h.w. ‘een douche van vreugde’ gegeven waarop ik mijn ‘ja-woord’ heb uitgejubeld. Weer een tijd later begreep ik dat mijn roeping lag in de Gemeenschap Emmanuel waar ik, na een lange tijd van vorming, op 15 augustus 1999 mijn definitieve stap heb gezet."
Hoe leef je je roeping in je dagelijks leven?
"Als toegewijden van de Gemeenschap Emmanuel hebben wij allemaal ons eigen beroep en zijn zo geroepen, op de plaats waar wij werken, die liefde van Christus uit te dragen en een teken te zijn dat Zijn liefde genoeg is om je leven te vervullen.
Ik ben heel dankbaar voor mijn beide banen. Ik kan daar volkomen zijn wie ik ben en het leuke is dat wij niet in een uniform werken maar in onze eigen kleding. Ik werk dus altijd in het ‘blauw-wit met het houten kruisje’ en dat maakt dat mensen al heel snel vragen of je een zuster bent en dat opent heel gemakkelijk de weg om over Christus te kunnen praten of samen met mensen te bidden, zowel bij de terminaal zieken als bij ‘mijn’ verslaafden.
Voor mij is het echt een vreugde om als ‘toegewijde’ in de wereld te mogen staan."
Missionair tijdens de Vierdaagse
Daar stonden we dan….4 uur in de ochtend, aan de Heijendaalseweg, vóór de kerk!
We hadden de statafel uitgezet, met daarop borden met komkommers en worteltjes om uit te delen aan de 4-daagse lopers….
Als eerste kwam de Safetycar, daarachter 2 politiemotoren en daarachter rolstoelers en daarna duizenden lopers! We hadden kaartjes opgespeld met daarop: DOMINICUSKERK NIJMEGEN. Dat viel op, want daarop werd verrast gereageerd; Mét versiering van vlaggetjes en het spandoek op de kerk gaf het reacties van “Wat leuk dat de kerk dit doet!” tot “Fijn, dat we de zegen krijgen!”…maar algemeen positief bedoeld!
We hebben vele malen geklapt, geroepen: “Fijne wandeling!” en “Goede morgen!” en hebben er zelf ook veel plezier aan beleefd! Het was een leuke (missionaire) actie!
Namens Joyce, haar dochter Lidewij, René, Annemie en Jos, Agaath en Nadia, Françoise.
Spaanse SCJ pater Jesús Baena benoemd tot priester in R.K. parochie Heilige Stefanus
Met ingang van 1 juni 2024 is pater Jesús Baena scj benoemd in onze Stefanusparochie en in onderstaand bericht stelt hij zich aan ons voor.
"Mijn naam is Jesús Baena, en ik kom uit Spanje. Ik behoor tot de congregatie van de Priesters van het Heilig Hart van Jezus (SCJ), een congregatie die al meer dan honderd jaar in Nederland aanwezig is. De leden van de Nederlandse tak van deze congregatie zijn nu allemaal tamelijk oud. Ze leven in bejaarden- annex verzorgingstehuizen. Velen hebben zich erop ingesteld, ook gezien de sterke ontkerkelijking in Nederland, dat hun taak langzaam zal verdwijnen en ze hebben daar vrede mee.
Maar anderen denken: waarom gaan we niet proberen onze aanwezigheid in Nederland voort te zetten, met paters van onze congregatie die van elders komen?
Daarom ben ik naar Nederland gekomen om mijn medepaters tijdens hun laatste levensjaren te ondersteunen en om te kijken of ik iets kan bijdragen aan de voortzetting van onze congregatie en de kerk in Nederland, hier in Nijmegen.
Aardig om nog te vertellen is dat ik, voordat ik naar Nederland kwam, elf jaar in India heb geleefd en gewerkt. Ik heb daar prachtige ervaringen opgedaan en soms ook moeilijke dingen meegemaakt. Sinds drie jaar ben ik nu hier, weer in een totaal andere wereld, maar ik kom hier met dezelfde grondhouding: ik probeer een open mind te houden en ik wil graag blijven leren."
Pater Jesús Baena scj
Kom deze Vierdaagse de wandelschoenen van Petrus Canisius bewonderen
Wie de binnenstad van Nijmegen bezoekt, beseft dat hier voor 1944 een prachtige middeleeuwse stad heeft gestaan. De verwoesting van die stad gebeurde in 1944: eerst door het bombardement in februari 1944 en zeven maanden later door de invasie van de geallieerde troepen onder de naam van Market Garden. De drie stadskerken, St. Augustinus, St Dominicus en de St Petrus Canisius, kwamen gehavend uit de oorlog. De eerste twee werden afgebroken, maar de Canisius in de Molenstraat werd weer opgebouwd. In die kerk bevinden zich twee kostbare relieken: het genadebeeld van OLV van Nijmegen, gered van een brandstapel in 1595, en een paar schoenen die toebehoord hebben aan Canisius.
Waarom typeert dit paar schoenen deze scholenstichter, catechismus-schrijver, hofpredikant en raadsman van keizers en hertogen?
Omdat Petrus Canisius, geboren in 1521 in Nijmegen, tussen 1545 en 1595 onvermoeibaar gereisd heeft door heel Europa: dikwijls te voet maar ook vaak te paard. Nadat hij was afgestudeerd aan de Universiteit van Keulen sloot hij zich aan bij de pas opgerichte orde van de jezuïeten. Al snel was hij betrokken bij het Concilie van Trente en bij de periodieke beraadslagingen van de jaarlijkse Rijksdagen in Duitsland. Hij disputeert met de Lutheranen, die hij niet veroordeelt maar die hij als gesprekspartner beschouwt. Voor hem was de Reformatie niet zozeer een geloofsstrijd maar veel meer een organisatorische kerkscheuring. Ooit gevraagd om aartsbisschop van Wenen te worden, wees hij dat verzoek af. Hij zag zijn taak als een rondtrekkende zielenherder en organisator: vooral ook op het terrein van het middelbaar onderwijs. Hij preekte regelmatig in Wenen, Regensburg, Augsburg en Ingoldstadt. Dat betekende: voortdurend op reis zijn en onderweg aantekeningen maken om de preek voor te bereiden. Daarnaast gaf hij colleges op de theologische faculteit van enige Duitse universiteiten. Ook daarvoor moesten de schoenen weer aangetrokken worden en honderden kilometers per trekschuit, te paard, met een reiskoets of te voet afgelegd worden.
De toestand van het onderwijs in Europa was erbarmelijk. De meeste mensen hadden geen toegang tot de scholen en waren dus analfabeet. Wie wel naar een school kon gaan, doorliep eerst een soort basisonderwijs (rekenen, lezen, schrijven) en daarna de Latijnse school om zich die taal in woord en geschrift machtig te maken. Waarom? De universiteiten in heel Europa gebruikten het Latijn als onderwijstaal. Nu had Petrus Canisius in Nijmegen ook de Latijnse School doorlopen, nadat hij eerst als intern school was gegaan bij de Broeders van het Gemene Leven. Maar de Latijnse scholen in Nederland maakten geen onderscheid tussen beginners, gevorderden of uitblinkers. Iedereen zat bij elkaar, in een klaslokaal, te luisteren naar de wijsheden van een kanunnik of (later) een dominee. Het jezuïetencollege kende klassen: eerst drie of vier,; later vijf of zes. Ieder van die klassen had haar eigen leraar en haar eigen lokaal. De leerlingen waren verplicht de lessen te volgen. Iets ongewoons in die dagen. De Latijnse school van toen leek een beetje op de universiteit van honderd jaar geleden: je volgde colleges naargelang je er zin in had.
In 1548 was Petrus Canisius betrokken bij de oprichting van het eerste college in Messina, Sicilië. Vanaf 1550 begon hij in Noord-Europa middelbare scholen te stichten: uiteindelijk werden dat 12 colleges, met het 6-klassen systeem. Voor ons is dat nu heel gewoon, toen was het revolutionair. Het onderwijs was gratis! Daarvoor was het nodig dat het stadsbestuur of de plaatselijke vorst over de brug kwam met toezeggingen. Petrus Canisius was niet alleen een groot schrijver en redenaar maar ook een kiene organisator. Hij had een talent voor het politieke handwerk benodigd om een stadsbestuur te overtuigen van het nut van een middelbare school. Zo’n college was bestemd voor jongens: lutheraan, katholiek of joods! Afkomstig uit alle lagen van de bevolking, mits ze ijverig waren. De schoolboeken waren gratis maar de leerlingen moesten zelf voor pen, inkt en papier zorgen. Jezuïetencolleges waren dus geen klein-seminaries. Een halve eeuw na de oprichting van het eerste college in Sicilië waren er ongeveer 245 in de hele wereld. Rond die tijd was er een soort jezuïeten-pedagogiek uitgekristalliseerd: de ratio studiorum, uitgevaardigd in 1599 door de Algemene Overste van de Jezuïetenorde, pater Claudio Aquaviva.
Op dat moment was Petrus Canisius al gestorven. Hij overleed in 1597, in Fribourg, Zwitserland, waar hij zijn twaalfde en laatste college begonnen was. Hij leefde bescheiden, maar hij liet vele geschriften na: onder meer drie verschillende typen van catechismus of geloofsinstructie. De middelgrote catechismus was voor zijn dood reeds meer dan 200 keer herdrukt. Hij was iemand die de kansen van zijn tijd begreep. Bovenal iemand die jaarlijks onvermoeibaar door heel Europa, van de Baltische staten tot Elzas-Lotharingen, trok om zijn colleges te bezoeken en de stadbesturen te herinneren aan hun financiële verplichtingen. Kortom, deze Nijmeegse heilige is de vanzelfsprekende schutspatroon van de Vierdaagse.
Eduard Kimman, SJ, Pastoor Canisiuskerk.
Nieuwe secretariële kracht: Leonieke Wanders-Peters
Beste parochianen,
Graag stel ik me aan u voor.
Mijn naam is Leonieke Wanders-Peters en begin augustus 2024 word ik 58 jaar.
Per 1 juli 2024 heb ik het stokje overgenomen van Bert Donks en zal ik me bezig gaan houden met het regelen van de zaken op het parochiesecretariaat. Bert zal mij de eerste weken nog wegwijs maken en ook mag ik terugvallen op alle kennis van Trudy Spanjers.
Ik ben bijna 37 jaar getrouwd met Wim en we hebben 2 volwassen zonen. Naast mijn functie bij de parochie doe ik vrijwilligerswerk via de Openbare Bibliotheek, voor de Voorleesexpress. Hiervoor kom ik 20 keer bij kinderen met een taalachterstand thuis. Door middel van voorlezen, taalspelletjes en vooral ook praten help ik ze een betere basis in hun taalontwikkeling te geven. In mijn vrije tijd ben ik creatief bezig (haken en kaarten maken), lees ik graag en bezoek ik het theater en musea.
Ik zal na de inwerkperiode voornamelijk op maandagochtend, dinsdagochtend en donderdagmiddag aanwezig zijn.
Met vriendelijke groet,
Leonieke Wanders-Peters
Laudato Si in the achtertuin
Wees goed voor deze aarde, de mens, het dier, de plant, Want alles heeft zijn waarde, is schepsel uit Gods hand.
Het weer wordt weer warmer en bij de minst en geringste zonnestraal werpen heel veel mensen zich op tuin en balkon. Ikzelf ook. Ik onderneem dan ook heel wat fietstochtjes richting het tuincentrum om te kijken of er nog iets van mijn gading bij is. De keuze in zo’n tuincentrum is vaak overweldigend.
Nu horen we ook van alle kanten dat het niet zo best gaat met de insecten in Nederland. Als natuurliefhebber, tuinliefhebber en als ‘activiteitenboerin’ voor Laudato Sì ben ik aan het kijken en bedenken hoe ik die dingen aan elkaar kan koppelen: zorg voor de aarde en de schepping en mijn tuinierenhobby. Gelukkig hoef ik het niet allemaal zelf te bedenken.
Via de website van de Nederlandse Laudato Sì Alliantie zijn er heel wat ideeën en tips te vinden (www.laudato-si.nl). Ikzelf begin maar eens om in mei het gras niet te maaien, en het aanleggen van een klein heemtuintje, een tuintje met inheemse planten. Want vooral die inheemse planten, daar zijn onze inheemse insecten dol op. Als ‘activiteitenboerin’ ben ik aan het denken over welke Laudato Si activiteiten we in en rond de Antonius Abt en de Stefanusparochie kunnen ontwikkelen. Heb je belangstelling om mee te denken, neem dan gerust contact met mij op.
Marga Zwiggelaar
In contact komen met zr. Marga?
Mail naar mzwiggelaar[ad]gmail.com
Paaswake Maria Geboortekerk in de Gelderlander
Zalig Pasen! Wat hebben wij samen mogen genieten van prachtige vieringen in alle kerken die onze parochie rijk is. Van Palmzondag tot Paasmaandag zijn wij op verschillende momenten, plekken en wijzen samengekomen om het Passieverhaal en de glorievolle Verrijzenis van Jezus Christus in al haar luister te her-innneren.
Een van de (vele) hoogtepunten was de Paaswake in de Maria Geboortekerk, waar acht jongvolwassenen werden gedoopt. De Gelderlander publiceerde een mooi artikel met video over deze vreugdevolle gebeurtenis: https://www.gelderlander.nl/nijmegen/twintigers-en-dertigers-in-een-volle-kerk-waar-zie-je-dat-nog-nou-hier-in-nijmegen-dus-en-niet-alleen-tijdens-de-belangrijkste-viering-van-het-jaar~a929562d/.
Wij heten de dopelingen van harte welkom! En wensen dat wij als gelovigen met een dankbaar en blij hart mogen toeleven naar Pinksteren.